Historiek
Frisbee kennen we vooral van reclame of van het strand. Uit dit speelse gooien met een plastieken schijf is echter een heuse sportdiscipline ontstaan. Toen enkele Amerikaanse studenten uit New-Jersey in 1967 de ronde vorm van de pizza- onderleggers leerden appreciëren om er verwoed mee naar elkaar te gooien, vermoedden ze nooit hoe beroemd hun "Frisbee Pizza House" ooit zou worden. De plastieken speelgoed "flying discs" werden dan ook al vlug gemeenzaam "Frisbees" genoemd. Toen dacht niemand aan de competitiesport zoals die nu over de hele wereld door meer dan één miljoen fanatieke frisbeespelers beoefend wordt.
Verspreiding
In Amerika nemen meer dan 300 ploegen jaarlijks deel aan de kampioenschappen van de U.P.A. (Ultimate Players Association). In Europa zijn vooral de Zweden, maar ook Duitsland en Engeland de toplanden. Daar is de Frisbeesport reeds ruim verspreid en de Zweedse federatie is er erkend door het Ministerie van sport en Onderwijs. België telt enkele bedreven frisbeeteams in Wallonië en Brussel. Maar ook in Leuven, Brugge, Hasselt en Arendonk zijn enkele enthousiaste frisbeespelers hun sport aan het beoefenen en promoten. Een selectie van deze ploegen vertegenwoordigde België reeds op meerdere internationale tornooien en op de wereldkampioenschappen. En om onze wereldbol rond te maken, signaleren we ook nog enkele duizenden frisbeespelers in Azië en Oceanië. De Ultimate Frisbee Sport is echter even verspreid als ongekend. Daarom een woord van uitleg bij deze attractieve ploegsport.
Doel van het spel
Ultimate Frisbee is in principe een buitensport maar kan toch - en zeker in Europa - gemakkelijk indoor gespeeld worden. Outdoor wordt er gespeeld op een ruim grasveld met twee ploegen van zeven spelers (met een zeer grote reservebank). Indoor wordt het speelveld aangepast aan de zaalaccommodaties en nemen tweemaal vijf spelers het tegen elkaar op. Het officiële buitenveld meet 60 bij 37 meter met aan weerszijden een doelzone van nog eens 20 meter.
Doel van het spel is de frisbee door te spelen naar een ploegmaat in de doelzone van de tegenpartij. Om die doelzone te bereiken is het verboden te lopen met de schijf in de hand. Slechts door middel van een passenspel naar vrijstaande medespelers kan men een punt scoren door de frisbee ook werkelijk te vangen in die doelzone. Bij elke onnauwkeurige worp of wanneer de frisbee onderschept wordt door de tegenpartij kan een onmiddellijke tegenaanval resultaat opleveren. Dit brengt met zich mee dat de spelers over een flinke conditie en een goede werptechniek moeten beschikken.
Vergelijking met andere sporten
De frisbeesport neemt enkele elementen van andere sporten over. Afmetingen van het speelveld en opzet van het spel refereren naar het Amerikaans voetbal. Ware het niet dat lichamelijk contact volstrekt niet mag in dit spel. Als je het spelbeeld dan weer nader beschouwd, gelijkt de frisbeesport sterk op basketbal, afgezien de dribbels uiteraard. Zo ziet men de speler die de schijf heeft gevangen, even op de plaats pivoteren alvorens naar een vrijgelopen medespeler door te passen. Ook tactisch gezien neemt de frisbee-sport heel wat elementen over van deze in Amerika erg populaire balsport. Zo past men een strikte mandekking toe of hanteert men één van de zoneverdedigingen van het basketbal. Het grote speelveld en het aantal spelers doen weer aan de veldbezetting van voetbal of zelfs korfbal denken.
Deze nauwe verwantschap met bestaande sporten biedt twee belangrijke voordelen. Enerzijds is deze nieuwe sport gemakkelijk te initiëren. Zodra men de basis- werptechnieken beet heeft, kan men het ploegspel reeds op een behoorlijk niveau beoefenen. Anderzijds kan men door het aanleren van frisbeetechniek en -taktiek heel wat basisvaardigheden van meer klassieke sporten op een attraktieve manier introduceren. Door dit inderdaad meer speelse omgaan met de frisbee kan men pivot- bewegingen, in- en out- schijn- bewegingen, veldbezetting, zone- of mandekking aanleren. Dit doorbreekt de sleur van de klassieke balsporten.
Fair-Play - Spirit of the game
Ultimate Frisbee verschilt dan weer van andere ploegsporten vooral door het belang dat gehecht wordt aan het gedrag van de fair-play van de spelers. De sportiviteit staat bijzonder hoog aangeschreven en respect voor de tegenstander is van groot belang. Zo is het vanzelfsprekend - en de ervaring wijst uit dat dit werkt - dat er geen scheidsrechter aanwezig is op of rond het speelveld. Zelfs op finales van wereldkampioenschappen is geen scheidsrechter aanwezig en vinden de spelers zelf een oplossing voor eventuele problemen op het terrein. De belangrijkheid van de fair-play en de afwezigheid van harde contacten laten toe dat deze sport aanslaat bij jongeren en dat deze sport met gemengde teams gespeeld wordt. Enkele basisprincipes en spelregels moeten deze mentaliteit en respect voor de tegenstander concreet maken. Wordt er een fout gemaakt dan roept de benadeelde speler "FREEZE" of "FOUT". Dit is het sein dat alle spelers "bevriezen" bij het idee dat er gezondigd is tegen de notie van de fair-play. Iedereen blijft dus ter plaatse staan en het spel ligt stil tot de overtreder de frisbee aan de benadeelde overhandigt. Na dit gebaar hervat het spel. Nu kan het gebeuren dat de fout wordt ontkend of onduidelijk is. Wie loopt immers tegen wie in een lucht-duel. In zo’n geval gaat de frisbee terug naar de laatste gooier en blijft aldus in het team dat in het bezit van de frisbee was. Elk ruw verdedigend spel wordt op die manier ontmoedigd. Op elk tornooi is steeds een trofee voorzien voor de ploeg die het sportiefste gespeeld heeft. Deze trofee, de zogenaamde "Spirit of the game award", is soms nog belangrijker dan winst van het tornooi !
Hier vind je het document van FROS over fair-play in de sportclub.
Spelregels
Scoren
Er wordt een punt gescoord indien de frisbee gevangen wordt in de doelzone van de tegenpartij.
Duur van de wedstrijden
Dit is afhankelijk van het tornooi. Ofwel wordt er gespeeld tot één van de 2 ploegen een bepaald aantal punten gescoord heeft (outdoor meestal 21, indoor meestal 15 of 18). Ofwel wordt er gespeeld met een tijdslimiet (outdoor meestal 2 x 25 minuten, indoor 25 minuten zonder half-time)
Aantal spelers
- Outdoor : twee gemengde ploegen van 7 spelers met maximaal 14 vervangers.
- Indoor : gemengde ploegen van 5 spelers met 10 vervangers.
Zowel indoor als outdoor mag er na elk punt onbeperkt vervangen worden.
Afmetingen speelveld
- Outdoor : grasveld van 64 bij 37 meter met 2 doelzones van 18 bij 37 meter.
- Indoor : handbalterrein met doelzones tot 5 meter breed.
Diverse regels
Niet lopen met de frisbee in de hand. Pivotbeweging is toegelaten. Heeft de speler na 10 seconden nog niet gegooid naar een ploegmaat dan is de schijf voor de tegenpartij. Er wordt geteld door de tegenstander.De frisbee wordt steeds gegooid, doorgeven mag niet.
Valt de frisbee op de grond, dan is hij voor de tegenpartij (bij foute worp of laten vallen). Eenmaal de frisbee op de grond mag enkel de tegenspeler deze nog aanraken; frisbeegevechten zijn uitgesloten.
Als de frisbee onderschept wordt door een tegenspeler (deze vangt de frisbee of slaat ze tegen de grond), dan heeft hij frisbeevoordeel, d.w.z. dat zijn team een aanval kan opzetten.
Begin van een spel: beide ploegen stellen zich elk op aan één zijde van het terrein (aan de eigen base-line). Een speler gooit de frisbee zo ver mogelijk van de eigen doelzone weg, richting tegenpartij. Als de schijf op de grond is gevallen, pakt één van de spelers van de ontvangende partij de schijf op en begint de aanval. Een speler kan de beginworp ook opvangen en meteen gaan spelen; dit houdt echter een risico in : laat hij de schijf uit zijn handen vallen, dan is de schijf altijd voor de tegenpartij !
Na elk punt wordt de frisbee op bovenstaande manier terug in het spel gebracht door de scorende ploeg. Wie scoort blijft in de doelzone waar gescoord werd. Op die manier wisselt men na elk punt van speelhelft.